Posts about poe:tics

Inhoudsopgave

March 14th, 2018

Hier geef ik mijn inhoud vorm
op de lijntjes passend mijn tranen
tussen de regels door en door gelach
punt na punt gemaakt, als regen van wolken
mijn speeksel wordt stroperig blauw.

Luister dan, vul eens een blad
met een mond bedaard
die slechts opengaat
voor incontinente glazen.

Als ik even slik, voel ik er wemelen,
inhoud zonder vorm. In welke oren
giet ik? Hoe bevraag ik een leegte?
Waar stroom ik ‘t liefst? Hier,
geef ik mijn inhoud vorm.                                                          80

Where is time

January 27th, 2018

Listen to that buzz, the one that’d not be there
if a thousand leaves were around ‘n muffling
the conditioned air and angular boredom
raying through empty commerce streets
of clean non-place after another.

Who counts the seasons more usefully;
the tax authority or tree trunks?
Who runs better the business of the
years? They know you’ve listened.

A family reunion

January 7th, 2018

That truth hurts, is that why
bright days are cold,
when trees are silent,
more than shush of snow,
and wind is frozen flat
on the glimmering track
which now gives smoother sway
on the shining way, shivering down
to the fireplace of that home
where all that warmth’s been born
the seat and head of hearts,
where memories, too, are bright,
now that the biting cold
has molten into glow?

Voor C.*

July 31st, 2016

Tekent haar hartslag op het aardewerk,

–dde curve van haar oogschaduw op het

—-oogwit en huidlief, verpakt ze in stof,

——versiert haar kraam. ‘Of ik daarna mag

——–sterven!’

 

Brok porselein plakt aan brok maar

niet als een van vlees en de ander,

—-ader en achting brekende,

——zwaait uit het zicht zakelijker-

——–wegen.

 

+++

 

Afscheid dan. Onmogelijk en

tegelijkertijd, onvermijdelijk;

—-nee, niet afscheid, maar verkopen

——is het gelijke van sterven.

——–Pijnlijk heengaan, hopelijk voorgoed.

 

+++

 

Kochten ze maar geen barst

kitschkijkers zonder gezicht

—-zien zulke waardigheid

——Als bezittelijk waar;

——–Zelf niet in deeg gekneden;

———-Betalen voor hartverscheur

————Dat nu alledaags is.

 

Of hechtte zij niet

Maar bloed aan klei.

—-Want dat soort vergaan

——Is niet van het leven.

——–En tekende breuken

———-Tussen aarde en aarde

————Alleen bij gratie van

————–De naamloze maker.

 

Juni 2016

* Vierde gedicht in de serie Betaalde Muzen, voor de donateurs van de Malediven/Sri Lanka reis.
* Gewijzigd op 29 september 2016, met dank aan de redactie van Kila van der Starre.

gedichtc

 

For J.*

July 31st, 2016

If for nought the sun
———————-comes stale me swoon
from my dull eyes’ bays;
———————-simmers awakenness
in my lungs’ tangles;
———————-sieves my day into
there way and there vain,
———————-
for less my teachers
———————-put me to night’s coil,
which is where my light
———————-trembles, weaving
clouds vigorously
———————-(though not past cotton,
where lovers tainted
———————-maroon the gift of
my fast rooted past.)
———————-
But we’ll meet at dawn,
———————-we who’ve arched over
the murk of dozen
———————-drowsy illusions;
we toil on our routes,
———————-sinews wail the while,
to lay woven gleam,
———————-unabated all-warmth,
sun-flooding breeze,
———————-to those lying late,
dormant in their wool,
———————-(for the beloved ought,
in seamless divine fuse,
———————-hold right that day ‘n night
light relays straight for nought.)


June 2016

* Third poem in the series of Funded Muses, for the funders of Maldives/Sri Lanka travel.
† 'Awaken-ness' is indeed a neologism. (It's not an incorrect spelling of 'awakeness'). It's not in dictionaries, but it is used in translating Hindu and Buddhist texts, meaning: alertness, the quality of being awake and aware. We can say it's Indian English in contrast with American or British English.

De maat der dingen

June 9th, 2016

(Voor T. B. N. & T.*)

Honger’s groter dan ons piepertje
Als donderend wolk voor ‘n vlindertje

Zijn traan valt diep als onze nachtrust
Ons droom hangt aan z’n stemmetje

Dan komt zij schijnen, lentelief, zusje
Haar knuffel een … warm zonnedeken

Daaronder slapen àlle sterren
Ook al is de zon zelf een kleintje

Ze groeien groot, geboeid puzzelend:
Wat is werkelijk de maat der dingen?

De hemel huist hij in twee ogen,
En moeder’s liefde past in haar hartje.

geschreven tussen 13 maart 2016 en 22 mei 2016

* Tweede gedicht in de serie Betaalde Muzen, voor de donateurs van de Malediven/Sri Lanka reis.

To M.K.*

June 9th, 2016

I may can’t write. I may can’t.
I may can’t write a poem.
May I can’t, orderly,
Begin, blood, flesh, end.

And the tuba asked the question;†
Slug-watershed, slowest quake,
Shifting slots and shelters,
‘Subjects subjected’,
Selves falling into themselves,
Answering, not knowing,
“What was the question?”

No, the tuba never changes song.
The soil’s the same.
Trouble was “I”, as inattention,
Frequencies’ impatient frenzy.
This was before that.

Not, where is the melody?
They’ve always been,
Now stretched, even while cropped.-
But, what is after this?
Culminate, cultivate, close.
Commence, next.

Not, can I?
(That lies in order.)
I may cannot.
Well, I may still.

May 12, 2016

 * First poem in the series of Funded Muses, for the funders of Maldives/Sri Lanka travel.
 † An allusion to the musical work The Unanswered Question by Charles Ives (1874-1954).

July 13th, 2015

Naar haar verlangde ik vier keer

September 11th, 2014

Naar haar verlangde ik vier
keer, kort, haar niet kennende:

Ik kende mezelf niet.
Dan kende ze mij niet.

Wij verlangden naar het
onbekende.
Dan herkenden wij elk
de ander niet.

Maar stond verlangen niet
aan de wieg van kennis
en bij de kist, was niet
de garen langer dan
de knikkers verzameld?

Of zal haar kennen steeds
langer twisten naar maat
korte ringen sluiten
van dichterbij willen naderen?

Aan allen,

Waar in uw Avondland
ontmoeten elkaar ten slot
willen en weten?
Met ondergang?

Waar, opnieuw,
kan de korte man
over de schouders kijken
en ver en lang zien?

 

Waddenwoest

June 25th, 2014

Hier geworpen zijn kan
alleen per korrel zand.

Aankomen haal ik nooit,
ik blijf waaien
tussen kust en woeste
grond.

Veel heb ik van mijn vader
zee, ik drijf
en laat,
het water en droog,
vlammend boom, bladen vuur.

In het wind wortel ik niet, wel,
strand ik hier
voor nu en dan.