Ik ben een zwerftrui: productgeschiedenis verbeeld

September 16th, 2013

Dit was oorspronkelijk gepubliceerd onder mijn pseudoniem The Narratocrat/De Narratocraat, Een plechtige schrijfpersoonlijkheid die zich gedwongen ziet te fantaseren over objecten in een verwilderend en geglobaliseerde en toch ontbonden wereld van producten waar de waarheid achter de prodcuten verloren gaat waardoor hun waarde ook vergeten wordt.

Datum: 25 augustus 2013
Locatie: Jaarbeurs, Utrecht
Event: Ruilen met Robinson
Object: Jas/trui van het merk Waliki
Gebeurtenis: Object wordt ingeleverd voor ruil

Ik ben een zwerftrui. Afgelopen week sliep ik in een plastic tas. Ik blijf nergens heel lang. Soms wel, maar dan zijn het lekker lange vakanties. In winkels. Ik hang in een winkel zonder gedragen te worden. Lekker ontspannend en veel contact met andere truien.

Waliki-zwerftrui

Ik kom uit Bolivië. Ik ben van wol en ben geweven door een vrouw. Weet haar naam niet meer. Wol van alpaca, niet schaap. Niemand voelt het verschil. Ik ga door als anoniem. Maar ik ben bijzonder. Maar niemand hoeft dat te weten. Ik weet het zelf wel. Ik ga graag anoniem van kast naar kast en van winkel naar beurs.

Denk niet ik dat ouderwets ben. Ik heb een polyester binnenvoering. Ja, ik ben zacht van binnen, maar ik heb veel gereisd en kan tegen veel ongeluk. Alleen mijn rek; mijn rek is er uit. Maar dat is niet mijn rek. Die rek kopen ze in van de rekkenfabrikant. Daar zit andere stof in, de zwakste, goedkoopste. Maar ik ben dankbaar. Door die rek die geen rek meer heeft komt ik steeds weer in de winkel vakantie vieren. De binnenvoering kopen ze ook wel in. Maar die is wel goed. Toch Ester?

Die rek is commercieel. Maar ik ben Fair Trade. Duurzaam gevlogen naar Hildesheim en daar begon mijn Europese reis. Daar zat mijn eerste winkel die mijn naam draagt, Waliki. Maar volgens mij ben ik nu in Utrecht. Hier spreken ze een andere taal. Ik hoop ooit de schapen in Kirkuk te zien. Maar dat zijn mythes die truien vertellen. De meeste blijven in Europa of Noord-Amerika hangen.

Ik ben hoog gesneden, zeggen ze. Ik voel me soms kort. Blijkt dat mannen mij daarom niet willen dragen. Ik heb geen mannen gekend, zelfs op een verkleedfeestje. Niet dat ik ooit naar zo’n feestje ben geweest. Anderen vertellen mij erover. Maar ik ben er te introvert voor, met mijn grijs vierkant patroontje.

Ik mis mijn maker niet. Ik ben gemaakt om te reizen. Mijn maker zei al, toen ik heel jong was, dat ze mij zover mogelijk weg wil hebben. Want dan kan ze het meest van mij verdienen. Ik vind dat niet erg.

Soms vind ik het ook wel jammer dat mensen mijn alpaca wol niet zien. Maar dan weet ik gelijk. Ik hoef niet bijzonder gevonden te worden. Ik vind mijzelf al bijzonder genoeg. Ik ken mijn eigen reis en dat is genoeg. Mijn verhaal is van mij. Alles wat ik vertellen wil, is dat ik een verhaal héb. Ik hoef het alleen niet te vertellen. Ik ben een zwerftrui. Ik ga liever ongekend door het leven. Ik hang nu bij Robinson. Ik zie wel waar ik kom.

PS. Alpacawol is warmer dan schapenwol en prikkelt minder of niet. Alpaca’s leven in de Andes, Zuid-Amerika en zijn schattiger dan schapen.

Leave a comment